Gothic Cathedral construction

Discussion 12 H 30 Déjeuner (Lunch) Pause Discussion 17 H 10 Conclusion 16 H 00 Panel VI -S'inscrire dans la tradition (Embracing Tradition) 14 H 30 Panel V -Goût et esthétiques du passé (Taste and Aestetics of the Past) Mardi 25 novembre -Université de Lille, IRHiS 10 H 00 Accueil (Welcome) Giampaolo DISTEFANO (University of Turin -Italie) « De très ancienne façon ». Mémoire du passé à travers les documents et les objets précieux à la cour de France (XIII e -XIV e siècle) Discussion 17 H 10 Conclusion

The introduction of stone building in medieval Norway caused a demand for building stone. Building lodges were situated at cathedrals and towns, diocese centres of trade and technology. Itinerant skilled workers and building in regions where the stone was less suitable triggered a rural market of materials. Most stone buildings were churches. By following one type of limestone as a traded good in a specific Norwegian diocese, this chapter discusses how this commerce was centred on the town of Hamarkaupangen. The Furuberget quarry close by Hamarkaupangen, which yielded Mjøsa limestone, was the main quarry of the Hamar bishops and could have been part of a rural market in eastern medieval Norway. All occurrences of Mjøsa limestone are identified in the dataset of all stone buildings within Hamar diocese and beyond to detect how Mjøsa limestone were distributed. Mjøsa limestone was desired due to its functionality when cutting ashlars and building details. Thus, it is found in Romanesque and Gothic building projects both throughout Hamar diocese and also in border-zone buildings, for instance at Romerike in Oslo diocese. As the bishop owned the Furuberget quarry and controlled stone technology and trade in general, it is argued that quarrying and stone distribution was part of rural medieval markets.

De Halse O.L.V.-kerk, een zonnetempel? De gotische kerk in mijn geboortestad Halle is uniek om vele redenen. De reden dat ik vandaag dit artikel post op Academia.edu is de relatie tussen deze kerk en de zomerse zonnewende, die de volgende weken doorgaat. De in de veertiende eeuw gebouwde Sint-Martinuskerk (heden beter gekend als O.L.V.-basiliek) is de enige of één van de weinige gotische kerken die pal gericht staan op het punt van de horizon waar volgend op de kortste nachten de zon rijst, i.c. ongeveer 50 graden noordoost. Dit artikel schreef ik als bijdrage voor een toekomstige publicatie in het tijdschrift Hallensia van de Koninklijk Geschied- en Oudheidkundige Kring Halle. Ik publiceer de tekst, hier en nu, gezien de actualiteit van het onderwerp, we zijn begin juni, en het feit dat de meeste lezers van mijn artikelen op Academia.edu niet tot de lezerskring behoren van het Halse tijdschrift.
Juni 2025 ARMAND SERMON
armand.sermon@skynet.be

Les rapprochements stylistiques entre la façade occidentale  e la cathédrale de Chartres et les nefs du mans et d'Angers montrent que Chartres doit davnatage au monde Plantagenêt qu'à l'Ile de France. Ce rapprochement n'est pas sans incidence sur la datation de la cathédrale de Chartres

Entre 1822 et 1972, cinq cathédrales françaises, dont trois majeures, ont subi un incendie dévastateur de leur couverture. Cet article propose une révision de ces incendies et de leurs conséquences et une analyse des restaurations qui ont eu lieu pour y remédier.
Between 1822 and 1972, five French cathedrals, including three major ones, suffered a devastating fire of their cover. This article proposes a review of these fires and their consequences and an analysis of the restorations that took place to remedy them.

Recente analyses en interdisciplinair bewijs suggereren dat de grafische weergave van de sinus- en cosinusfuncties — algemeen beschouwd als een ontwikkeling uit de islamitische gouden eeuw of de Europese Verlichting — mogelijk al eeuwen of zelfs millennia eerder bestond. Dit artikel presenteert voorlopige bevindingen die wijzen op een veel oudere kennis en grafisch gebruik van periodieke golfvormen. Volgens het gangbare historische verhaal wordt de grafische studie van trigonometrische functies toegeschreven aan wiskundigen zoals Nasir al-Din al-Tusi (13e eeuw) en later aan Euler en Fourier (18e eeuw), wier werk trigonometrie verbond met golfmechanica en harmonische analyse.
Recente studies in de gematria suggereren echter dat oudere culturen mogelijk kennis van sinuspatronen hebben gecodeerd via niet-algebraïsche, empirische of symbolische methoden. Als deze bevindingen worden bevestigd door interdisciplinair peerreviewonderzoek, zou dit de tijdlijn voor het grafisch begrip van trigonometrische golfvormen aanzienlijk kunnen terugschuiven. Dit zou ingrijpende gevolgen hebben voor de wetenschapsgeschiedenis en erop wijzen dat oude beschavingen beschikten over een meer geavanceerd wiskundig abstractievermogen dan tot nu toe werd aangenomen.
Een opvallende bron van inspiratie komt uit een onverwachte hoek, namelijk Openbaring 13:1–18, de apocalyptische passage over het Beest en het getal 666. Verre van louter allegorie onthult een nauwkeuriger wiskundige lezing van deze tekst patronen van periodiciteit, dualiteit en numerieke symboliek die opmerkelijk goed overeenkomen met de eigenschappen van sinusfuncties.

de cuya interpretación se derivan novedades que afectan a la historia de la «magna hispalensis» y aportan luz a un episodio oscuro del desarrollo del dibujo arquitectónico al tratarse de uno de los escasísimos dibujos de arquitectura conservado en las coronas de Castilla y Aragón en las postrimerías de la Edad Media. 1 La planta localizada en Bidaurreta se dibujó sobre un pliego de papel completo y sin recortar, de 460 × 552 mm, que se encontraba en mal estado de conservación, con manchas de humedad irregulares y pequeñas roturas en los bordes, ahora ya consolidado y adecuadamente restaurado. 2 El papel ostenta como filigrana una sencilla corona de tres florones inscrita en un círculo que Briquet ([1907] 1985) documenta en Aviñón (1403), Venecia (1482) y Génova (1497 y 1499). En la verificación del uso de esta marca entre la documentación catedralicia sevillana se han revisado los manuscritos y libros de fábrica fechados en-

Six ans après l’incendie du 15 avril 2019, la cathédrale Notre-Dame de Paris renaît peu à peu de ses cendres. Cet article propose une lecture approfondie du chantier hors norme engagé pour la reconstruction à l’identique de la flèche et des charpentes, dans le respect de l’œuvre de Viollet-le-Duc. Il met en lumière les enjeux patrimoniaux, techniques et symboliques de cette restauration unique au monde, en soulignant le rôle décisif des savoir-faire traditionnels, des forêts françaises, et de l’engagement collectif. À travers une approche documentée, l’auteur, acteur engagé de la première heure, témoigne de cette aventure humaine et architecturale hors du commun.

Six years after the April 15, 2019 fire, Notre-Dame Cathedral in Paris is rising from the ashes. This article offers an in-depth look at the extraordinary reconstruction project of its spire and timber frameworks, faithfully following the vision of Viollet-le-Duc. It explores the heritage, technical, and symbolic challenges of this unprecedented restoration effort, emphasizing the critical role of traditional craftsmanship, French forests, and collective commitment. Written by a first-hand participant in the reconstruction, this piece stands as a unique testimony to a human and architectural epic.

La forme hémicirculaire du premier chevet gothique de la cathé- drale de Laon, remplacé vers 1200 par l’actuel chevet plat au prix d’une opération spectaculaire, a été mise en évidence par Émile Bœswillwald en mars 1857, à l’occasion de fouilles menées dans le cadre des travaux de restauration qu’il avait entrepris quatre ans plus tôt. Toutefois, les circonstances précises de cette découverte sont depuis restées incertaines.

The construction from 1386 of Milan Cathedral, the largest Gothic church ever constructed in Italy, was one of the most important episodes in the history of Italian and European architecture. The documentation of the lateTrecentoand earlyQuattrocentodiscussions over how to build the Cathedral is extraordinarily rich and extensive, and permits a consideration of the project from many points of view including the relationship between medieval architectural theory and an actual project. At the same time, any enquiry has to contend with the copious modern literature and the conclusions that have been reached hitherto – often erroneously in our view – about many of the most salient points. We thus re-examine published and unpublished documentation and the existing literature, analysing especially the format of the building's elevation, the proposals by Gabriele Stornaloco and Jean Mignot, and the drawings attributed to Antonio di Vincenzo. We also reconsider the notions ofarsandscien...

Après le déplacement et la restauration du tombeau de Bérengère en 2020, depuis la salle capitulaire vers l'église de l'abbaye royale de l'Epau, ces journées d'études sont l'occasion de revenir sur plusieurs problématiques qui ont traversé les études et les travaux : funérailles royales, déplacement des corps et des tombeaux, les sépultures en milieu cistercien, le bestiaire funéraire et de se pencher sur plusieurs restaurations de tombeaux en cours ou à venir.

La reproducció total o parcial d'aquesta obra per qualsevol procediment, compresos la reprografia, el tractament informàtic i la distribució d'exemplars mitjançant lloguer, és rigorosament prohibida sense l'autorització escrita dels titulars del copyright, i estarà sotmesa a les sancions establertes a la Llei.

The pillars of the Seville Cathedral were designed by the master Carlín de Rouen in 1435. Our work explores and systematizes the elements that compose them, the relationships established between them, and the qualitative participation of the supports in the general definition of the architectural space. These supports constitute a very advanced manifestation within the general evolution of the fasciculated pillar in Europe, placing the Sevillian temple as a capital work of the peninsular Late Gothic. On the other hand, its analysis reveals innovative aspects of a master whose creative personality is still unclear.

Al monestir de Sant Daniel de Girona es conserva un braç reliquiari d’argent. Un document de 1350 permet proposar-ne la datació en aquest horitzó cronològic, vincular-lo a la monja sagristana Ermessenda de Vilamarí ‒la mateixa que contractà amb el mestre Aloi de Montbrai el sepulcre del sant l’any 1345‒ i, en un sentit més ampli, posar-lo en relació amb algunes circumstàncies concretes de la revifalla del culte a sant Daniel de Girona promoguda pel bisbe Arnau de Mont-rodon.

A silver arm reliquary is preserved in the monastery of Sant Daniel in Girona. A document from 1350 makes it possible to propose its dating around this year, and to link it to the sacristan nun Ermessenda de Vilamarí ‒ the same one who commited the sculpture of the saint’s tomb to master Aloi de Montbrai in 1345. Also, it allows, in a wider sense, to put it in relation to some specific circumstances of the revival of the cult of saint Daniel of Girona promoted by Bishop Arnau de Mont-rodon.

Following the Council of Trent, in reply to the reforms proposed, a relocation of European cathedrals choirs’ position was promoted from apse to the transept in order to make more accessible the cult. This work shows the acoustic and spatial impact generated in the change of sound sources positions in Leon s Cathedral, its implication in the liturgy and the creation of different acoustic areas. The cathedral is studied in three historical moments, its medieval configuration, the relocation of the choir in 1745 to the transept to approach the Tridentine principles and the proposal emerged during its restoration in 1880 to place it in the bottom of the apse, evaluating in each case coating variations. RESUMEN A raiz del concilio de Trento, como respuesta a las reformas planteadas, se promovio el traslado de los coros de las catedrales europeas del crucero al centro de la nave principal para acercar y hacer mas accesible el culto. Este trabajo muestra la repercusion acustica y espacial...

Building fund for construction of the new temple was established (1341) four years before laying of the foundation stone of the cathedral. The income flowed from silver mines, public collections, donations and fines. At least in the case of some choir chapels the funding was targeted. The king, church institutions and burghers provided also donations in-kind. The financial sources were not sufficient even before the Hussite Wars, when the income to the building fund was relatively stable and high. The chapter saturated the lack of funding by selling precious metals. During the wars, the chapter lost most of its property and the resources to repair the cathedral were missing. The amount of money spent for the rough construction in the 1370s is in stark contrast to the annual income of the fabric in the 1470s and 1490s. Thus, the Prague Gothic cathedral represents an example of multi-source financing in which a broad spectrum of the local population participated.

Cinc capelles de la banda nord de la catedral gòtica de Girona contenen nou
tombes episcopals, sis amb jacent i quatre amb epitafi. Dins el claustre romànic es conserven les làpides epigrafiades dels sepulcres d’altres quatre bisbes, i encara una més es troba al lapidari. Aquest estudi justifica que la majoria d’aquests túmuls es van concentrar i conservar a la desapareguda sala capitular romànica entre finals del segle XII i els voltants de l’any 1365. Atesa la profusió textual dels sepulcres, amb mètrica lleonina en la major part dels casos, i considerant la redundància d’alguns dels termes emprats, és factible interpretar que els prelats i canonges gironins van conformar a
la sala del capítol una veritable capsa de reverberació visual, textual i ocasionalment acústica, que va ser desmantellada amb el desenvolupament de la fàbrica gòtica i el trasllat de les tombes a una segona i definitiva ubicació que ha perviscut fins avui.

This study aims to present a complete vision of the career of Guillem Solivella, sculptor and mestre d’obra of the cathedral of Lleida active between the end of the 14th century and the beginning of the 15th century. He is an artist whose professional activity is quite well known through the Chapter and notarial documentation and the llibres d’obra of the Lleida cathedral which, in addition, provide us with some information about his life. Familiar with Jaume Cascalls, who became his father-in-law, his training could take place alongside this master or the other great artist active in the city in those years, Bartomeu de Robio. This context places us in full development of the so-called Lleida School of sculpture of the 14th century, of which Robio was the main representative, with a very peculiar way of understanding altarpieces, both structurally and sculpturally. Despite the framing of Solivella in this panorama, today we do not preserve any sculptural work that can be attributed to him with complete certainty, although some proposals have been made around the Master of Albesa and the author of the altarpiece of Gerb (MNAC, Barcelona).

[EN] To mark the restoration of Notre-Dame following the fire on 15 April 2019, the CNRS and the French Ministry of Culture have joined forces to launch an initiative that is unprecedented in its scope and ambitions: a Scientific Workshop, designed to support the restoration work by renewing our knowledge of the world's most famous Gothic cathedral. Thanks to the scaffolding put in place for the work, researchers from the various Scientific Workshop working groups were able to gain access for the first time to the vaults of the damaged cathedral - vaults that were the highest of their time and that launched the quest for height that was characteristic of Gothic architecture in the 12th and 13th centuries. Materials, construction techniques, vault morphology, mechanical behaviour, equilibrium system and chronological aspects were examined in turn by the researchers in the ‘Stone’ working group, in collaboration with the ‘Structures’, ‘Wood’, ‘Metal’ and ‘Digital Data’ working groups. This research has enabled us to draw up a genuine technical and structural identity card for the high vaults of Notre-Dame, analysed with unprecedented precision. In this way, it contributes to a better understanding of the feat achieved by the still anonymous architect who designed this masterpiece of Gothic architecture around the middle of the twelfth century. The results of this research have been brought together in twelve studies in a special issue of the Bulletin monumental, which will be presented at the conference.
[FR] A l’occasion de la restauration entreprise à Notre-Dame après l’incendie du 15 avril 2019, le CNRS et le Ministère de la Culture se sont associés pour lancer une initiative inédite dans son ampleur et ses ambitions : un Chantier scientifique, destiné à accompagner le chantier de restauration en renouvelant la connaissance de la cathédrale gothique la plus célèbre au monde. C’est ainsi que, grâce aux échafaudages montés pour les travaux, des chercheurs issus des différents groupes de travail du Chantier scientifique ont pu accéder pour la première fois aux voûtes de la cathédrale blessée, ces voûtes qui furent les plus hautes de leur temps et qui contribuèrent à lancer la course à la hauteur caractéristique de l’architecture gothique aux XIIe et XIIIe  siècles. Matériaux, mise en œuvre, techniques de construction, morphologie des voûtes, comportement mécanique, système d’équilibre, aspects chronologiques ont été tour à tour examinés par les chercheurs du groupe de travail Pierre, en collaboration avec les groupes de travail Structures, Bois, Métal et Numérique. Ces travaux permettent de dresser une véritable carte d’identité technique et structurelle des voûtes hautes de Notre-Dame, analysées avec une précision inédite. Ils contribuent ainsi à une meilleure compréhension de la prouesse réalisée par l’architecte toujours anonyme qui a conçu ce chef-d’œuvre de l’architecture gothique autour du milieu du XIIe siècle. Les résultats de ces recherches ont été rassemblés, en douze études, dans un numéro spécial du Bulletin monumental qui sera présenté à l’occasion de la conférence.

For understanding a trade network of Asian wide area in the historical period, grazed ceramic shards found in archaeological sites can clearly explain its detail condition. Among the trade ceramics from every site, kind of container is more important meaning to understand the trade connection, because it had not been left out from really used position to other places due to poor value of beauty even though repeatedly functioned again. The Anping jar is a typical grazed ceramic small container, used around the 17 th century. This mass-produced inferior white porcelain was manufactured in the inland of Fujian, China, but named by Anping of Taiwan, the earliest port city after the beginning of the 17 th century, in where firstly this jar had been found by the 1920s. Without any document, as a container for something trade commodity this jar was brought from Fujian to everywhere of Taiwan in numerous numbers including aborigine villages during the 17 th century. At the same time, while the trade used this jar was quickly expanded to sea area of southern direction such as Manila in the Philippines,

Master Carlín and the pillars of the cathedral in Seville: towards a grammar of the late gothic space
The pillars of the Seville Cathedral were designed by the master Carlín de Rouen in 1435. Our work explores and systematizes
the elements that compose them, the relationships established between them, and the qualitative participation of the supports in
the general definition of the architectural space. These supports constitute a very advanced manifestation within the general evolution
of the fasciculated pillar in Europe, placing the Sevillian temple as a capital work of the peninsular Late Gothic. On the
other hand, its analysis reveals innovative aspects of a master whose creative personality is still unclear.

Los promotores de las catedrales idealizaban en los fundamentos del quadrivium el orden gótico. El Capítulo catedral tenía un conocimiento de la ciencia  matemática especulativo, derivado de las fuentes patrísticas y los enciclopedistas latinos neoplatónicos. La síntesis de estas fuentes, con una métrica de base aritmética y geométrica que se despliega como un gran ábaco, la geometria fabrorum del constructor medieval, permite construir las catedrales góticas. Se plantea la relación entre la teoría de la proporción de los codex existentes en el Archivo Capitular de Tortosa y la de la fábrica gótica.

Around 1330, in la Seu d’Urgell cathedral a volume was copied, containing a series of constitutions and statutes promulgated by the bishop and the canons during the previous decades, together with other normative texts. These capitular statutes, comparable to other that were written in the same time in other catalan and european sees, were put together with the aim of a better regulation for the functioning of the cathedral community, from a liturgical point of view as well as, particularly, concerning economical management. A brief commentary and the edition of the text are offered.

[FR] Dans le cadre de cette session qui interroge les relations entre les cathédrales de Paris et Bourges, la question des voûtes est l’un des plus importantes : non seulement parce que la cathédrale de Bourges, avec ses voûtains triangulaires emboîtés qui couvrent sa crypte, rappelle comme nulle autre les voûtes du déambulatoire de Notre-Dame de Paris, mais aussi parce que la cathédrale de Bourges présente, sur son vaisseau central, des voûtes sexpartites comparables à celles de Paris, à une époque et dans une phase de l’histoire de l’architecture gothique où ces voûtes sont réputées être passées de mode. Mais, au-delà de leur morphologie générale, dans quelle mesure ces voûtes sexpartites de Bourges sont-elles comparables à celles de Paris ? Sont-elles construites de la même manière, et existe-t-il, par exemple, une signature technique qui permettrait d’établir un lien entre les deux monuments ? Un paramètre important pour l’étude des voûtes gothiques a été remis en lumière depuis l’incendie de Notre-Dame en 2019 : il s’agit de l’épaisseur de la maçonnerie qui forme la voûte, un paramètre qui échappe à l’observateur tant que la voûte n’est pas visible par la tranche. Les effondrements qui ont résulté de l’incendie ont permis de constater que la cathédrale de Paris était dotée de voûtes particulièrement fines dans le chevet, et à peine plus épaisses dans la nef. La communication esquissera une comparaison avec la situation à la cathédrale de Bourges, où aucun effondrement n’a eu lieu : seront présentées les différentes technologies mises en œuvre pour évaluer l’épaisseur des voûtes de la cathédrale de Bourges, avec les premiers résultats, qui tendent à relativiser l’idée d’une influence de Paris sur Bourges.

Gilbert R Lavoye, M.D., heeft zijn onderzoek naar de Lijkwade van Turijn geïllustreerd in zijn boek met vele foto's. Zo is het net alsof je over zijn schouder mee kijkt terwijl het onderzoek gedaan wordt. Een boeiend boekwerk dat veel duidelijk maakt, en enkele onduidelijkheden open laat.

Las maravillas en sus geografías sagradas: efectos de realidad y efectos de presencia, entre saber y visión, en pinturas catalanas del fin del medioevo * Resumen: Los santos, por su experiencia mística de la luz y vida divina, definen lugares de luz, geografías sagradas, luminosas. Disponen de un principio inmanente de movimiento, así como también disponen los elementos. En la visibilidad de estos lugares de luz, de estas geografías sagradas de montañas, bosques, llanos, ríos, mares, piedras y arena, árboles y flores, etc., la mujer tiene un papel específico, maravilloso, ya sea virgen y madre, virgen o madre, alegoría o símbolo. A partir de obras pictóricas circunscritas en el espacio y tiempo medieval de Cataluña, todas conservadas en el Museu Episcopal de Vic, se presenta una geografía sagrada, la de los lugares de las maravillas divinas, esencial por sus efectos de realidad y presencia, en la perspectiva de la salvación eterna.

The now ruined Faroese Gothic cathedral was built around 1300. We introduce the volcanic geology of the Faroes and show how local basalt at the Kirkjubøur cathedral site was procured for building the sturdy rubble masonry. The local basalt was too hard for delicate carving and softer basalts needed to be found farther away to make decorative elements.

There are only a few foreign, decorative stone elements at the cathedral – all made from soapstone of still unknown provenance. It is easy to point to Norway with its great soapstone traditions and because the Faroes were part of the Norwegian Archbishopric in the Middle Ages. However, it is hard to find visually matching soapstone types in Norway. The soapstone might have come from Shetland, which also have long soapstone traditions.

There is no limestone for making lime mortar on the Faroe Islands. We discuss how quicklime was manufactured from burning seashell. Historically, Kirkjubøur is not known for significant shell deposits and deposits farther away will have been taken in use. One of the candidates was used for lime burning until the early 20th century.

The practice of burning seashells for lime is interesting because this tradition hardly originates in Norway, where burning marble and limestone dominated in the Middle Ages. Influences rather must be sought elsewhere, not least on the islands off the coast of Scotland, which are well known for this practice.

With soapstone and lime indicators not easily pointing to Norway, we hypothesize that influences related to material procurement and craftsmanship – and craftsmen – may well have come from the British Isles/Scotland. This is in line with architectural and stylistic traits of the cathedral, discussed by other authors in the edited volume.

Storemyr, P. & Árting, U. (2024): The Stones and Mortars of the Faroese Medieval Cathedral. In Eliasen, K.S. & Stige, M. (eds.) The Cathedral of Kirkjubøur and the Medieval Bishop’s See of the Faroes. Tórshavn: Tjóðsavnið, pp. 301-328

Seit mehreren Jahrzehnten wird in der Bau- und Kunstgeschichte davon ausgegangen, dass die Mehrzahl der Werkrisse der romanischen und
gotischen Kirchen ‚verschollen‘ sei. Auch wenn etliche Pläne erhalten sind, so häuft sich ihre Anzahl doch erst ab Mitte des 14. Jahrhunderts
signifikant. Die gefundenen Pläne sind großenteils Aufrisszeichnungen, während insbesondere Grundrisse und ‚Gesamtpläne‘, die dem Entwurf
kompletter Gebäude dienen, zu fehlen scheinen. Im Artikel werden die Gründe dafür aufgezeigt, warum die vermeintlich ‚fehlenden‘ Pläne
gar nicht existiert haben, indem unterschiedliche kulturgeschichtliche Entwicklungsstränge vom frühen Mittelalter bis in die Renaissance
verfolgt werden.
For several decades it has been assumed in architectural and art history  that the majority of the work plans are of the Romanesque and
Gothic churches were 'lost'. Even though a number of plans have been preserved, their number only increased from the middle of the 14th century significantly. The plans found are largely elevation drawings, while in particular floor plans and 'overall plans' that correspond to the design
serve as a complete building, seem to be missing. The article explains the reasons why the supposedly 'missing' plans did not exist at all, due to different strands of cultural-historical development from the early Middle Ages to the Renaissance be tracked.

All great churches in the mediaeval period were designed on a geometrical framework which is unique to each building. The study of the geometry of great churches therefore gives an insight into the creative process. It also reveals beauties which could otherwise be appreciated only unconsciously. The study of lines, figures and proportions is not a substitute for a response such as this written by George Pace after his first visit to Llandaff: "I was overwhelmed with the scale and majesty of the Nave arcades. No illustration I had seen had done the arcade even faint justice".1 The concise treatment of the Lady Chapel in this paper in no way replaces appreciation of its special beauty. Geometrical study is complementary to aesthetic enjoyment, and can only enhance our understanding of these buildings. It can also be of considerable archaeological significance.
Architectural Geometry transcended its function in laying out buildings. It became a sophisticated art form, and its finest practitioners could produce geometry of staggering complexity, as in the west front of Llandaff Cathedral. This art is at least as old as the Great Pyramid, with astronomical references which transcended the laying out of fields after the Nile floods.

De herontdekking van een verloren gewaand schilderij van de Franse grootmeester was belangrijk genoeg om de restauratiewerken te laten omkaderen door een internationale adviescommissie. Voorzitter Carl van de Velde stelt de groep van wijzen voor en licht hun werkwijze toe.Een plattelandskerk uit de tijd van het Hollands Bewind (1829), met incorporatie van de oude Romaanse toren. Greta Pasmans en Anna Bergmans situeren de bouw en de inrichting van deze op het eerste gezicht onopvallende kerk.De onverhoopte herontdekking van een vermist jeugdwerk van Poussin vormde de aanleiding van een langdurig vooronderzoek van het schilderij, gevolgd door de eigenlijke restauratie: een werk van lange adem. Overschilderingen hadden het doek veranderd in een somber en grof uitgevoerd werk. De Franse schilder staat nochtans bekend voor zijn heldere en harmonieuze doeken. Marie Postec verheldert op een overzichtelijke wijze de behandelingsopties die uiteindelijk de voorkeur genoten.De studie van de pi...

Religieuze kunstwerken worden dikwijls vergeleken met stripverhalen. Maar ze zijn veel meer dan dat. Zonder voorkennis zijn religieuze werken meestal niet te begrijpen. Ook kunstwerken die de indruk wekken een 'snapshot' te zijn van een bepaalde gebeurtenis vertellen verhalen...

Because there were technical differences between medieval practice and modern none of our assumptions of the past are meaningful. The built no more than8 to 12 courses per season, and on large jobs less. They measured nothing and therefore could not pass precise instructions to others. The designs for templates were extracted from whatever had been already built. Therefore, when a mason came to a new job he devised his own designs on anything not already started.
It follows there were no architects, no master plans save as sketches and no working drawings.
Under these conditions how were the great works designed and built?

Cité de l'Architecture et du Patrimoine, Paris LISTE DES SESSIONS • SESSION 1 : Un chantier hors-normes, interdisciplinaire et interinstitutionnel • SESSION 2 : Une chronologie revisitée Animée par Alexa Dufraisse et Yves Gallet • SESSION 3 : Matériaux et structures à l'épreuve du feu Animée par Claudine Loisel • SESSION 4 : Savoir-faire et techniques de chantier : faire revivre l'histoire Animée par Yves Gallet et Véronique Dassié • SESSION 5 : L'approvisionnement du chantier d'hier à aujourd'hui : une nouvelle lecture interdisciplinaire-Animée par Maxime L'Héritier • SESSION 6 : Structures et expériences architecturales Animée par Stéphane Morel et Arnaud Ybert • SESSION 7 : Notre-Dame au prisme du numérique Animée par Livio De Luca et Mylène Pardoen • SESSION 8 : La cathédrale dans son environnement Animée par Alexa Dufraisse et Jean-Luc Dupouey • SESSION 9 : Notre-Dame, un lieu vécu Animée par Dany Sandron et Sylvie Sagnes Naissance et renaissance d'une cathédrale Notre-Dame de Paris sous l'oeil des scientifiques 22-24 avril 2024 Naissance et renaissance d'une cathédrale Notre-Dame de Paris sous l'oeil des scientifiques

The cathedral of Seville is one of the most emblematic heritage buildings of the city, world heritage and the largest gothic cathedral in the world. It is divided into 5 naves; the central nave contains the choir and the main chapel, and in the outer naves, chapels open along its entire contour. In this work, a 3D model of this liturgical space has been created in order to simulate the sound field. The virtual model created is calibrated, from experimental measurements of T30, through an iterative process. From this point, the simulated and measured results for the rest of the commonly used acoustic parameters are analysed. RESUMEN La catedral de Sevilla es uno de los edificios patrimoniales más emblemáticos de la ciudad, patrimonio de la humanidad, y la mayor catedral gótica del mundo. Se articula en 5 naves; la central alberga el coro y la capilla mayor, y en las exteriores se abren capillas en todo su contorno. En este trabajo se elabora un modelo 3D de este espacio litúrgico para simular el campo sonoro. El modelo virtual creado se calibra, a partir de las medidas experimentales de T30, mediante un proceso iterativo. A partir de ahí se analizan los resultados simulados y medidos del resto de los parámetros acústicos habituales.

El edificio gótico de la catedral de Sevilla se inició hacia 1433, concluyéndose -en lo fundamental- en 1506, cuando se cerró el cimborrio que lo presidía. El derrumbamiento de esta gran estructura, a finales de 1511, prolongó los trabajos durante más de veinticinco años. El presente estudio tiene como objeto delimitar el alcance del proyecto fundacional y la naturaleza de sus modificaciones hasta 1506, en un contexto en el que la continuidad y el cambio convivieron de manera conciliadora.

De herontdekking van een verloren gewaand schilderij van de Franse grootmeester was belangrijk genoeg om de restauratiewerken te laten omkaderen door een internationale adviescommissie. Voorzitter Carl van de Velde stelt de groep van wijzen voor en licht hun werkwijze toe.Een plattelandskerk uit de tijd van het Hollands Bewind (1829), met incorporatie van de oude Romaanse toren. Greta Pasmans en Anna Bergmans situeren de bouw en de inrichting van deze op het eerste gezicht onopvallende kerk.De onverhoopte herontdekking van een vermist jeugdwerk van Poussin vormde de aanleiding van een langdurig vooronderzoek van het schilderij, gevolgd door de eigenlijke restauratie: een werk van lange adem. Overschilderingen hadden het doek veranderd in een somber en grof uitgevoerd werk. De Franse schilder staat nochtans bekend voor zijn heldere en harmonieuze doeken. Marie Postec verheldert op een overzichtelijke wijze de behandelingsopties die uiteindelijk de voorkeur genoten.De studie van de pi...

[EN] This article introduces the actions carried out by the members of the working group on the stone structures of Notre-Dame Cathedral, Paris, as part of the Scientific Project initiated by the CNRS and French Ministry of Culture after the fire that ravaged Notre-Dame Cathedral in 2019.
The article describes the main lines of action and thinking of the working group. It explains our priorities, partly depending on the state of repair of the cathedral’s walls and vaults, and details the investigations undertaken on the construction process and the dating of the various parts of the building. Finally, it focuses on topics such as the tool marks, stone marks, or the characterization of mortars. Some of these aspects are developed in the following articles in this special issue on Notre-Dame de Paris.
[FR] Cette présentation introduit les actions menées par les membres du groupe de travail "Pierre", dans le cadre du Chantier Scientifique initié par le CNRS et le Ministère de la Culture après l’incendie qui a ravagé la cathédrale Notre-Dame en 2019.
L’article décrit les axes principaux qui structurent l’action et la réflexion du groupe de travail. Il explique les priorités liées à l’état des maçonneries et des voûtes de la cathédrale, détaille les investigations entreprises sur les traces d’outils, les signes lapidaires, les mortiers, la construction des voûtes, la datation des différentes parties de l’édifice. Ces aspects sont développés dans les articles suivants de ce n° spécial Notre-Dame de Paris.