High Ability Students

Zilda A. P. Del Prette (Org.) -Doutora em Psicologia Experimental pela USP. Mestre em Psicologia Comunitária pela Universidade Federal da Paraíba (UFPB). Realizou pós--doutorado na University of California, Riverside (UCR), Estados Unidos. Psicóloga. Está vinculada à Graduação em Psicologia e ao Programa de Pós-graduação em Psicologia da UFSCar. Coordenadora de um grupo de pesquisa na área (. br) e do grupo de trabalho "Relações interpessoais e competência social", da ANPEPP. Publicou livros e inventários sobre habilidades sociais em coautoria com Almir Del Prette. Realiza cursos e assessoria no campo das habilidades sociais. Pesquisadora bolsista do CNPq (Pq-1A).

The study was aimed to determine whether achievement motivation and social self-concept allowed identifying clusters of intellectually outstanding high school students. A classification design with a quantitative methodology was applied whereby, by simple random sampling, 133 outstanding students were selected. Two clusters of students were identified: the first, known as 'Highly achievement oriented', and the second as 'Lowly achievement oriented', respectively. Students of the first cluster were characterized by a greater motivation toward academic achievement, lower social self-concept and higher academic average. It was concluded that in motivational and emotional aspects outstanding students show significant differences which suggests being careful with generalizations made without empirical support. The study also showed the importance of identifying individual differences as part of the counseling and tutoring strategies with these students.

Many definitions exist to define giftedness. A common denominator in these definitions is that they are 'classical theories of concepts' based on a set of necessary and sufficient conditions. As a result, a clear borderline is drawn between those belonging to the category and those outside, supposedly making identification of gifted students easy. In this article, a new way of defining giftedness is suggested by a cluster concept. In addition, the article argues that giftedness is situated-a property of the individual in the environment. These two factors are judged to have significance for understanding giftedness in relation to students who are at risk of being left without provision, such as creative students who perform well in a practical setting. Above all, the paper challenges the idea of provision being based on identification which is based on definition. Instead, it is argued that identification should take place within provision.

Problemen van een leerling met het leren of de schoolmotivatie kunnen geleidelijk aan ernstiger worden. In het reguliere basis- of voortgezet onderwijs monden deze dan vaak uit in lastig gedrag, zittenblijven, schoolverzuim, thuiszitten, of schooluitval. Deze schoolproblemen worden al langer dan een eeuw gesignaleerd. Steeds heeft circa 15 % van de leerlingen hiermee te maken. In de loop van de tijd zijn vele maatregelen getroffen om deze problemen te verminderen. Voorbeelden van maatregelen zijn: differentiatie binnen de groep of klas; vroege onderwijsstimulering; maatregelen tegen zittenblijven; of verwijzing naar het speciaal onderwijs. In vele onderzoeken is echter vastgesteld dat deze maatregelen soms, en dan slechts tijdelijk, helpen. Een eerste vraag is: waarom zijn deze schoolproblemen zo permanent, zo weinig of niet te beïnvloeden? Bij de beantwoording in dit artikel blijkt dat er in reguliere scholen sprake is van vijf valkuilen die de schoolproblemen veroorzaken bij ‘risicoleerlingen’. Dit zijn vooral dié leerlingen die wat betreft ontwikkelings- of leerniveau naar beneden of boven afwijken van het gemiddelde in elke groep of klas. Al 125 jaar bestaat voor deze risicoleerlingen een systematische, zeer schrijnende pedagogische én ethische problematiek. Een tweede vraag is hoe deze schoolproblemen wél te reduceren zijn. Ter beantwoording wordt, in een tweede artikel, een ontwerp gepresenteerd van ‘Optimaliserend Onderwijs’ met doorlopende schoolloopbanen voor élke leerling. Een volgende vraag is die naar de praktijkontwikkeling van dit ‘Optimaliserend Onderwijs’. Deze beantwoording gebeurt in een derde artikel. Vooral schoolbesturen én het onderwijsbeleid zijn verantwoordelijk voor deze praktijkontwikkeling van kwalitatief beter onderwijs dan het huidige. In dit derde artikel zijn ook alle referenties opgenomen.

Se presentan los resultados obtenidos en la investigación realizada con estudiantes de altas capacidades que participan desde hace tres años en el programa de formación extracurricular denominado BETA-PUCV, cuyo propósito es conocer el impacto de esta intervención en su conducta prosocial. Para ello se aplicaron dos test cuyos resultados fueron analizados mediante la aplicación de regresión por discontinuidad, no logrando establecer que existan patrones de conducta prosocial (CPS) y de responsabilidad social (RS) que sean distintos a los de aquellos estudiantes de similar talento que no participan de este programa.

Se trata de  taller realizado para progenitores de aptitudes sobresalientes de  la Secretaria de Educación del Estado de Monterrey.  Es un espacio de diálogo donde cada miembro de la familia pudo compartir abiertamente sus creencias,  expectativas sobre sus hijas e hijos con aptitudes sobresalientes.

Algunos puntos que podrían surgir en esta exploración:

¿Qué entendemos por "Aptitudes Sobresalientes"?: ¿Es solo tener un coeficiente intelectual alto? ¿Se relaciona con la creatividad, el talento artístico, la habilidad deportiva? ¿Qué características asociamos a las personas con aptitudes sobresalientes?
¿Cómo influyen nuestras creencias en el desarrollo de un niño con aptitudes sobresalientes?: ¿Lo apoyamos en sus intereses o esperamos que se adapte a lo "normal"? ¿Le ponemos demasiada presión o, por el contrario, no le damos la atención necesaria?
¿Qué imaginamos para el futuro de un niño con aptitudes sobresalientes?: ¿Esperamos que sea un genio famoso? ¿Tememos que sea incomprendido o que sufra de bullying?
Beneficios de esta exploración familiar:

Desmitificar las aptitudes sobresalientes: Derribar prejuicios e ideas erróneas.
Fomentar la comunicación y la empatía: Crear un ambiente de confianza donde todos se sientan escuchados y comprendidos.
Identificar las necesidades de cada miembro de la familia: Especialmente si hay un niño con aptitudes sobresalientes, entender cómo se siente y qué necesita.
Brindar apoyo y orientación: Definir cómo, como familia, pueden acompañar y potenciar el desarrollo de un niño con aptitudes sobresaliente

Verreweg de meeste kinderen in groep 8 van de basisschool zijn in het bezit van een mobiele telefoon. Die gebruiken ze om berichten mee uit te wisselen en daarbij maken ze vaak gebruik van een speciaal genre dat gekenmerkt wordt door alternatieve spelling en weglaten van woorden: ‘texting-taal’. Eerder onderzoek laat zien dat kinderen die veel gebruikmaken van texting-taal relatief goed zijn in spelling. Elma Blom, Sergey Avrutin, Chantal van Dijk, Nada Vasic en Merel van Witteloostuijn rapporteren uitkomsten van hun onderzoek die laten zien dat kinderen die veel texting-taal gebruiken ook goed scoren op een grammaticatest. Daarnaast blijken er cruciale verschillen te zijn tussen de texting-taal van kinderen met een normale taalontwikkeling en kinderen met een taalontwikkelingsstoornis.

In toenemende mate bezoeken dove kinderen het regulier onderwijs. Individuele schoolplaatsing heeft vaak als nadeel dat het onderwijs weinig toegesneden is op de dove leerling en dat deze nauwelijks nog contact heeft met andere dove of slechthorende kinderen, waardoor sociaal isolement kan optreden. In Vught worden dove en slechthorende kinderen groepsgewijs geplaatst in het regulier basisonderwijs: de Twinschool. In dit artikel worden de opzet en de resultaten van dit project beschreven.

This study’s attempt to define giftedness brought forth concepts and issues that needed further elaboration. The major goal of this study was to provide an overview of certain aspects of the giftedness construct, explain the approaches made in understanding its privileges and limitations, and describe the involvement of innate as well as environmental stimuli that affect its developments and progressions. The findings in this study further strengthened the assumption that interplay between genetic and environmental forces have the potential to create and invigorate the giftedness within an individual. The information and concepts included in this study were empirical conclusions from several studies that have attempted to generate theoretical and practical  applications for future research.

(M.A. '48, Ph.D. '60), un psicólogo social de 90 años de edad, pionero en los modelos y teorías para medir el potencial del talento humano en niños y adolescentes, falleció el 30 de junio de 2014. Académico e investigador sumamente activo y energético, publicó en 1983 el modelo Sea Star (estrella marina de cinco puntas) para identificar niños y adolescentes potencialmente talentosos; modelo que marcó a toda una generación de estudiosos en el campo de la superdotación, el talento y la alta capacidad. Luego, su libro Gifted Children: Psychological and Educational Perspectives, editado por MacMillan sería considerado uno de los más influyentes en el tema. Tannenbaum amplió la definición de la alta capacidad más allá de las fronteras de la capacidad intelectual o la aptitud académica. Él definió la alta capacidad como la capacidad de desarrollar o producir un tipo de trabajo que realce la moral, el estado físico, emocional, social, intelectual o estético de la vida humana. Tomando en consideración que no todos los niños y adolescentes talentosos logran el desarrollo pleno

Shoppen voor een gezonde leefstijl De gemiddelde puber beweegt veel te weinig. Slechts 15 % van scholieren tussen de twaalf en zeventien jaar haalt de gezondheidsnorm van minstens een uur bewegen per dag. Gelukkig is de oplossing nabij. Shoppen blijkt bij pubermeisjes een enorme bijdrage te leveren aan hun gezondheid. Het door de stad sjouwen vormt, samen met het heen en weer fietsen naar huis, maar liefst 30% van de wekelijkse lichaamsbeweging. Aangezien meiden van vijftien jaar gemiddeld onvoldoende bewegen ligt het voor de hand om deze vrije tijdsbesteding te subsidieren. Mocht dit onvoldoende succes opleveren dan kunnen we de niet-shoppers altijd nog verplichten om buiten hun eigen postcode gebied naar school te laten gaan. Daarmee is de jeugd grotendeels gered van hun ongezonde leefstijl...

Ten eerste wordt aandacht besteed aan de onderwijssystematiek in het reguliere onderwijs en enkele problemen hierin. Dit zijn met name schoolproblemen voor ‘risicoleerlingen’ en achterstelling van ambachtelijke en technische vaardigheden ten opzichte van cognitieve vaardigheden. Ten tweede wordt via uitwerking van het concept ‘Optimaliserend Onderwijs’ geschetst hoe deze problemen van het reguliere onderwijs kunnen worden ondervangen. Zie ook Impressie ‘Connecting the Dots’ vrijdag 8 maart 2024 | Skills Ambassade

Op 14 februari 2022 is de Situatieanalyse voltijd primair onderwijs (PO) voor hoogbegaafden (HB) in Nederland dat door Loek Zonnenberg pro bono is uitgevoerd in opdracht van 6 directeuren van basisscholen met voltijd hb-afdelingen gepubliceerd op de website van de samenwerkende voltijd HB basisscholen hbscholen.nl en de LinkedIn van Loek Zonnenberg.

Dit eindrapport bevat een uitbreiding van het eerder gedane onderzoek bestaande uit 3 delen die beschreven worden in dit hoofdstuk: 1) een herbevestiging van de eerder gepubliceerde resultaten, 2) de nieuwe inzichten uit de additionele data en 3) een methodologische verantwoording inclusief een verduidelijking van het verschil tussen meer- en hoogbegaafd (zie Schema A op pag 4). De belangrijkste uitbreiding bestaat uit het vergroten van het aantal respondenten met 186 (van 361 naar 547) en met 6 voltijd hb afdelingen van verschillende scholen (van 6 naar 12) bij het onderzoek onder ouders en / of verzorgers van hoogbegaafde leerlingen op voltijd hb-afdelingen. Dit is ruim 10% van de voltijd HB-afdelingen in Nederland. Aangezien de eerder gepubliceerde effecten waargenomen worden op elk van de 12 verschillende voltijd hb afdelingen voldoet het onderzoek nu aan het hoogste niveau (5, sterke empirische aanwijzingen) op de wetenschappelijke effectladder (Van Yperen, Veerman en Bijl, 2017).
Bij de uitbreiding van het aantal respondenten zijn zowel eerder gestelde als nieuwe vragen gesteld. De eerder gepubliceerde schema’s in dit rapport zijn met deze resultaten bijgewerkt (hoofdstuk 2: Het onderzoek in één oogopslag, hoofdstuk 3: Eindrapport: Situatieanalyse voltijd HB PO in NL en hoofdstuk 4: Bijlage: Ondersteunende schema’s bij het eindrapport). Daarnaast is een aantal nieuwe schema’s toegevoegd: Schema A, B, C en D op pagina 4 t/m 7.

Herbevestiging van alle eerder gepubliceerde resultaten en conclusies:
• Er zijn lange wachttijden en grote reisafstanden om voltijd hb mogelijk te maken
• 90% op voltijd hb is overgestapt vanuit regulier, waarvan meer dan de helft in een plusvoorziening zat
• Leerlingen die overstappen naar voltijd hb zijn (ernstig) beschadigd geraakt in het reguliere onderwijs (met plusvoorziening)
• Na de overstap naar voltijd hb is er bij ~90% er een (zeer) sterke verbetering in de problematiek rondom leren en sociaal-
emotioneel welbevinden (~45% minder zorgondersteuning) door de voltijd hb-school en dagelijkse omgeving met peers
• Alleen voltijd hb is passend voor een zeer aanzienlijk deel van de hoogbegaafden

Publieke scholen in Nederland hebben tezamen de verplichting om voor het gehele spectrum van funderend onderwijs een voldoende aanbod van kwalitatief hoogstaand onderwijs te bieden en dit continu te verbeteren.

Er zijn uitdagingen over de gehele linie van het funderend onderwijs. De scope van het onderzoek is door de opdrachtgevers beperkt tot PO voor (hoog)begaafden, en met focus op voltijd PO voor hoogbegaafden.

De voorgestelde oplossingen in dit eindrapport voor primair onderwijs voor (hoog)begaafden ontslaan alle publieke scholen niet van bovengenoemde verplichting (voor alle funderende onderwijsvormen, voor alle leerlingen).

Op basis van een enquête beantwoordt Zonnenberg onder meer de volgende vraag:
"Wat is het belang van voltijd HB PO?":
• Betere leeropbrengsten in het voltijd HB t.o.v. “part-time” plusklas2
• Een groot deel HB leerlingen in deze plusklas heeft problemen vanwege “HB-zijn” die daar niet kunnen worden opgelost2
• Groot deel HB leerlingen in het reguliere PO wil naar voltijd HB
• ~90% in voltijd HB is uit noodzaak overgestapt vanuit regulier PO (~50% had plusvoorziening); IQ is een goede risicovoorspeller
• Voor de overstap: allen hadden leer- en/of welbevindenproblemen
• Na de overstap: >90% had een (sterke) verbetering hierin en ~45% had geen zorgondersteuning meer nodig; de rol van de voltijd HB- basisschool en de omgeving met “peers” was hierbij kritiek
• Ten minste 2.500 additionele thuiszitters bij geen voltijd HB

Het onderwijs wordt geconfrnteerd met het dilemma om deprstaties en rendement van leerlingen te verhogen en anderzids ook iets te doen voor een groelend aantal uitvallers of onderpresteerders. Het Daffodil.project is een Europees Comenius- project is een Europees Comenius_multilateral samenwerkingsproject met partners uit 7 landen (Belgie, Hongarije, Zweden,Portugal, Noorwegen, Roemenie en de Britse Maagdeneilanden)met als doel een model te ontwikkelen dat bruikbaar is om het functioneren van kinderen met een probleem beter in kaart te brege

Resumen En el artículo se analizan las investigaciones que abordan la motivación al logro en estudiantes sobresalientes durante el período del 2000 al 2015. La búsqueda se realizó en las bases de datos EBSCOhost, Web of Science y Redalyc con una muestra original de 715 artículos, de los cuales fueron seleccionados 18 que abordaban el tema estudiado. Los trabajos se clasificaron de acuerdo con las siguientes temáticas: a) la relación de la motivación al logro con el logro escolar, b) la influencia de factores psico-afectivos en la motivación al logro y c) la asociación de la motivación al logro con características de la personalidad. Los resultados denotan los múltiples factores relacionados con la temática, la existencia de un campo de trabajo en desarrollo en esta área de investigación, así como pocos estudios realizados en castellano y efectuados en América Latina.

De presentatie gaat in op kenmerken van het reguliere basis- en voortgezet onderwijs. Veel gaat goed, maar steeds weer ontstaan schoolproblemen bij leerlingen die afwijken van het gemiddelde (de ‘risicoleerlingen’). Verhelderd wordt waarom dit gebeurt én hoe elke leerling een positieve schoolloopbaan met ‘gelijke kansen’ zou kunnen ervaren. De systematiek hiervan is: ‘Optimaliserend Onderwijs’. Deze systematiek wordt uitgewerkt via onder meer actuele onderwijsbegrippen en -instrumenten. Eerste praktijkvoorbeelden worden getoond via foto’s. Het functioneren in de praktijk wordt toegelicht. Op basis van ontwikkelervaringen en (ander) relevant onderzoek worden conclusies getrokken. Er is ook strategisch onderwijsbeleid nodig om de gelijke kansen voor elke leerling in het basis- en voortgezet onderwijs te kunnen realiseren.

Al langer is bekend dat dyslexie in families voorkomt. Kinderen met een ouder met dyslexie hebben een grotere kans om ook lees- en spellingproblemen te ontwikkelen. In familiaire risico (FR) studies naar dyslexie worden kinderen met familiair risico op dyslexie voor langere tijd gevolgd. Dergelijke studies geven interessante inzichten over de oorzaken en ontwikkeling van dyslexie. In Nederland is recent een grootschalige FR-studie afgerond, het Dutch Dyslexia Program. In deze bijdrage gaan we in op de bevindingen die dit onderzoek heeft opgeleverd op een tweetal terreinen. In de eerste plaats zijn er bevindingen over de verschillen tussen FR- kinderen met en zonder dyslexie, en controle kinderen zonder familiair risico. Zoals verwacht, hadden de FR-kinderen met dyslexie een achterstand op een scala aan leesgerelateerde cognitieve factoren. Interessant was dat ze ook een wat hoger familiair risico hadden dan de FR-kinderen zonder dyslexie: hun ouders lazen nog wat slechter. De FR-kin...

The problem of low academic performance of high-ability learners in the examinations is one of the most challenging problems that faces high-ability learners as well as teachers. Therefore, the study investigates socioeconomic indices on academic performance of high-ability learners in selected schools in Oyo state. The study adopted a descriptive research design of correlation type. A total of 150 high-ability learners in selected schools in Oyo state were selected using a simple random sampling procedure. Three research questions answered using Pearson Product Moment Correlation and Multiple Regression Analysis at 0.05 level of significant. The findings of the study showed that educational level (r =.115, p<0.05), income level (r =.179, p<0.05) and family type (r =.102, p<0.05) had a significant positive relationship to academic performance. All the independent variables jointly accounted for 39.0% variance in predicting academic performance. Also, educational level (β = .103, p<0.05), income level (β = .194, p<0.05) and family type (β = .110, p<0.05) had significant relative contribution to academic performance among high-ability learners in selected schools in Oyo state. Based on the finding of this study, it was recommended that one-on-one counseling be done for students who suffer or have low or poor academic performance on how to improve their academic performance. Seminars should be holds in institutions for the enlightenment on how to have good and high academic performance.

O estudo de altas habilidades/superdotação se desenvolveu de forma significativa por meio de pesquisas científicas atuais com esse seguimento. Estudos correlacionam as habilidades acima da média com a presença de indicadores clínicos de saúde mental como ansiedade e depressão, bem como déficits em habilidades sociais. Diante da possibilidade de realizar treinamento para desenvolvimento de comportamentos socialmente habilidosos e tendo em vista que tais aspectos proporcionam ao indivíduo fatores de proteção e bem-estar psicológico, o presente ensaio visa a reflexão dos benefícios que um treinamento em habilidades sociais pode proporcionar na qualidade de vida e na saúde mental desses indivíduos. Foram analisados estudos com este seguimento e por meio desta intervenção identificou-se melhoras nos indicadores clínicos de saúde mental desta população.

５１１７/PED２０１６.２.BAKK Van Beyoncé wist ze zowat alles, van Gordon ook een heleboel, al was het naar eigen zeggen niet haar soort muziek, maar gevraagd naar wat ze over Heinrich Himmler te zeggen had, trok de bijna Bekende Nederlander een gezicht alsof ze het in Keulen hoorde donderen. 'Himmler, vroeg u?' １ De immer knorrige Maarten van Rossem, in zijn eentje de jury vormend van de tv-quiz De slimste mens, nooit te beroerd om een moraliserend verhaaltje af te steken, deed er het zwijgen toe. Zelfs toen de 26-jarige quizdeelnemer haar tekort aan kennis motiveerde met "maar toen was ik nog niet eens geboren!" Gespeend van elk historisch besef, levend in een eeuwig nu, zoals Arnon Grunberg het zou betitelen. De eigen generatie tot absolute norm verheven.

El perfeccionismo ha sido investigado en torno a las consecuencias que este podría significar para la salud mental de alumnos talentosos y su desarrollo socioemocional. Sin embargo, los hallazgos han sido poco concluyentes. Este estudio exploratorio apunta a descubrir las principales características del perfeccionismo adaptativo y desadaptativo en estudiantes chilenos académicamente talentosos de educación media. Para ello se detectaron casos extremos con la aplicación de la Escala Multidimensional de Perfeccionismo de Frost, para luego realizar entrevistas en profundidad semiestructuradas en una muestra de cuatro casos. Los resultados apuntan a las expectativas parentales y sociales como los principales aspectos involucrados en el desarrollo del perfeccionismo, entregando así luces de cómo apoyar la manifestación del perfeccionismo en el ámbito educativo y clínico. Palabras clave: perfeccionismo adaptativo, perfeccionismo desadaptativo, talento académico, estudio de casos cualitativo, desarrollo socioemocional. Characterization of Perfectionism in Gifted Students: an exploratory Case Study Perfectionism has been investigated related to the consequences to mental health it might entail for gifted students and their socioemotional development. However, findings have been inconclusive. This exploratory study aims to discover the main characteristics of adaptive and maladaptive perfectionism in gifted Chilean secondary students. For this purpose,

In vier artikelen maken wij duidelijk dat twee categorieën risicoleerlingen in het reguliere onderwijs systematisch schoolproblemen ervaren. Het gaat om enerzijds de (aanvankelijk) relatief sterke leerlingen en anderzijds de relatief zwakke leerlingen in elke groep of klas. De artikelen zijn in juni 2023 gepubliceerd in “Wij-leren”.
In dit eerste artikel verhelderen wij, via een review van onderwijspublicaties en onderzoeken, welke schoolproblemen zich voordoen, waarom het reguliere onderwijs voor deze leerlingen systematische vralkuilen bevat, en hoe deze functioneren.

In het tweede artikel verantwoorden wij hoe, met behulp van individualiserend onderwijs, adequate preventie van deze school-problemen mogelijk wordt. In een ontwerp van ‘Optimaliserend Onderwijs’ behandelen wij twee hoofdaccenten: 1) preventie via landelijke onderwijskenmerken én passende schoolkenmerken; 2) preventie via leerlinggerichte instructie en begeleiding in optimaliserende onderwijspraktijken.

Con el objetivo de ayudar a motivar a los estudiantes con altas capacidades en su proceso de aprendizaje, se propone que participen en la co-creación de su material educativo. Pero la participación no es suficiente, es importante hacer que esta se convierta en una experiencia personal y cercana a sus características y a su contexto. Para conseguirlo, se ha definido un proceso de co-creación de material educativo, denominado Co-CreHAs, en el que se orienta su adaptación de acuerdo a las necesidades del estudiante con altas capacidades. Esta adaptación se desarrolla en AdaptHAs, que es el módulo de adaptación de Co-CreHAs. En este artículo, se presentan el diseño y la validación de la arquitectura de los servicios adaptativos de AdaptHAs, de los cuales, el diseño se basa en el análisis de las características de las altas capacidades y del proceso de co-creación. Gracias a dicho análisis, se identificaron el tipo de perfiles de adaptación a definir, los aspectos de los participantes qu...

Resumen En el artículo se analizan las investigaciones que abordan la motivación al logro en estudiantes sobresalientes durante el período del 2000 al 2015. La búsqueda se realizó en las bases de datos EBSCOhost, Web of Science y Redalyc con una muestra original de 715 artículos, de los cuales fueron seleccionados 18 que abordaban el tema estudiado. Los trabajos se clasificaron de acuerdo con las siguientes temáticas: a) la relación de la motivación al logro con el logro escolar, b) la influencia de factores psico-afectivos en la motivación al logro y c) la asociación de la motivación al logro con características de la personalidad. Los resultados denotan los múltiples factores relacionados con la temática, la existencia de un campo de trabajo en desarrollo en esta área de investigación, así como pocos estudios realizados en castellano y efectuados en América Latina.

A atenção à sobredotação e a alunos com altas capacidades, na Região Autónoma da Madeira (RAM), tem sido referenciada pelo seu pioneirismo no contexto português. Neste artigo descreve-se a evolução desde os anos 90 dos mecanismos de atendimento das crianças e adolescentes com elevadas capacidades, e respetivo enquadramento legal. Os dados foram recolhidos a partir de entrevistas a alguns dos intervenientes neste processo e através da consulta de documentos disponíveis. Assim, foi possível organizar o percurso histórico da sobredotação na Madeira, apresentando um breve enquadramento da emergência do apoio à sobredotação e descrevendo três fases sequenciais do mesmo: (a) Implementação de serviços de atendimento; (b) Consolidação da prestação de serviços; e (c) Serviços prestados na atualidade. De uma forma geral, apesar da evolução e modificação dos serviços, o investimento tem-se centrado no processo de identificação e de intervenção, na formação e na prática baseada em evidência, pr...

In sbo “De Bonte Vlinder” zijn bij wijze van pilot C+ groepen gevormd voor hoogbegaafde risicoleerlingen en dubbel bijzondere leerlingen die om verschillende redenen uit het onderwijs (dreigen te) vallen. In deze audit staat het resultaat en daarmee de kwaliteit van het specialistische onderwijsaanbod in de C+ groepen centraal om na te gaan of continuering hiervan na afloop van de pilot (na 2022) gewenst is.

Doel van de audit is om inzicht te verkrijgen in het effect van het aanbod in de C+ groepen van De Bonte Vlinder op de hoogbegaafde leerlingen die hiervan gebruik maken.

In de audit is de volgende vraagstelling onderzocht:

Welk effect heeft het aanbod in de C+ groepen (groep 2, schooljaar 2020-2021) van De Bonte Vlinder op hoogbegaafde leerlingen en hoe kan dit aanbod worden geoptimaliseerd?

The paradigm of equality in Dutch primary education. Research into education for double-quick learning children.

In society, politics and education in the Netherlands, there has been an on going debate on the possible adjustment of education of highly gifted pupils. Since the debate continues, the question of my research is as follows:

“What factors determine the extent to which scientific knowledge of education of double-quick learning children in Dutch primary education is applied?"

ISBN: 978-94-028-0697-7

In recent years, the analysis of the relationship between cognitive skills and student learning has focused mainly on research into the impact of executive functions on academic performance and success. This study seeks to compare the cognitive performance of gifted or high-capacity students to students with a typical development in the performance of psychological tests aimed at the evaluation of executive functions. Two groups of students were considered (gifted and regular) with the intention of matching them in terms of school level and age (ages included are 10-15). The results indicate marginally significant differences in the cognitive flexibility function and statistically significant differences in working memory, as well as in the higher cognitive functions of problem solving and reasoning, with no statistically significant differences in the tests that evaluate inhibitory control and planning. These data suggest that psychological tests centred on the assessment of cognit...

Inclusief onderwijs betekent dat alle kinderen op een reguliere school in hun eigen buurt onderwijs volgen. In Nederland zijn verschillende pogingen gedaan om dit in de praktijk te brengen: het Weer Samen Naar School beleid, de Leerlinggebonden Financiering (de rugzakjes) en, meest recentelijk, de wet op Passend Onderwijs. Al deze uitwerkingen zijn echter gericht op het individuele model van inclusief onderwijs, met als afwijkend ervaren kenmerken of eigenschappen van kinderen als uitgangspunt. Hiermee is eerder meer exclusie dan inclusie bewerkstelligd. Dit artikel pleit voor het sociale model van inclusie. Scholen zijn dan  ingericht op omgaan met diversiteit en bieden een context waarin geen individuele barrières bestaan voor deelname aan onderwijs. Een eerste wezenlijke stap om de focus van individueel naar het sociaal vormgeven van inclusief onderwijs te verleggen, is om voortaan te spreken van leerkrachten in plaats van kinderen met speciale onderwijsbehoeften.

In het huidige landelijk beleidskader voor het onderwijsachterstandenbeleid ontbreekt de doelstelling sociale competentie. Tijdens de behandeling van het landelijk beleidskader in de Tweede Kamer is door alle partijen aangegeven dat zij het werken aan sociale competentie – ook in het kader van het bestrijden en voorkomen van onderwijsachterstanden – wel degelijk van belang vinden. Het argument om deze doelstelling uit het beleidskader te halen was geen principiële maar een praktische: we hebben nog geen goede definitie van sociale competentie en vorderingen kunnen dus niet gemeten word en. In de lokale plannen voor het onderwijsachterstandenbeleid komt het thema sociale competentie desondanks regelmatig voor. Voor het transferpunt onderwijsachterstanden was dit reden om na te laten gaan of er echt geen definitie is en of er echt niet gemeten kan worden.

The study was aimed to determine whether achievement motivation and social self-concept allowed identifying clusters of intellectually outstanding high school students. A classification design with a quantitative methodology was applied whereby, by simple random sampling, 133 outstanding students were selected. Two clusters of students were identified: the first, known as &#39;Highly achievement oriented&#39;, and the second as &#39;Lowly achievement oriented&#39;, respectively. Students of the first cluster were characterized by a greater motivation toward academic achievement, lower social self-concept and higher academic average. It was concluded that in motivational and emotional aspects outstanding students show significant differences which suggests being careful with generalizations made without empirical support. The study also showed the importance of identifying individual differences as part of the counseling and tutoring strategies with these students.

Progressivamente o paradigma da escola inclusiva, enfatizando os direitos civicos e a necessidade de atencao a diversidade, tem desencadeado o interesse da comunidade academica e educativa para a educacao dos alunos sobredotados e mais talentosos. Por sua vez, o criterio da criatividade tem sido considerado uma dimensao importante no diagnostico de altas habilidades, emergindo tambem como criterio relevante na avaliacao da eficacia dos programas de en riquecimento aplicados. Nessa logica, os produtos criativos, entendidos como expressao dos processos cognitivos e competencias criativas, tornam-se um elemento privilegiado na apreciacao da capacidade criativa do sujeito. Neste trabalho procuramos descrever e analisar uma proposta de avaliacao dos produtos criativos desenvolvidos aquando a aplicacao de um programa de enriquecimento. Participaram no estudo 19 alunos, 10 rapazes e 9 raparigas, que frequentavam o 2o ciclo de escolaridade do ensino basico portugues, sinaliza - dos como alu...

Effective inclusion of pupils with special educational needs (SEN) in multi-grade classrooms is complex, depending on the ability of teachers to meet challenges posed in delivering a broad and balanced curriculum while simultaneously meeting the often quite specific needs of pupils with SEN. This paper details the findings of research which investigated perceptions of mainstream teachers in relation to how they meet the needs of pupils with SEN in multi-grade classrooms. It focuses on adaptations to the instructional practices used in multi-grade classrooms which facilitate the education of pupils with SEN with their peers. This research has highlighted great similarity between multi-grade classrooms and inclusive classroom practices reported in the literature. Flexibility of grouping and teaching practices, differentiation, and planning emerge as valuable in facilitating the effective inclusion of pupils with SEN in multi-grade settings.

Meer dan de helft van de wereldbevolking is twee- of meertalig. En hoewel spraak- en taalstoornissen niet vaker voorkomen bij meertalige kinderen dan bij eentalige kinderen, staan zowel de schoolse omgeving alsook de zorgverleners vaak voor een uitdagende opdracht. Vooreerst laten we je kennismaken met de verschillende types van meertaligheid en vergelijken we de ontwikkelingsfasen met deze van eentalige kinderen. Daarnaast bespreken we de normale karakteristieken van een tweede taalverwerving. Tot op heden zijn er geen diagnostische instrumenten beschikbaar voor het onderzoeken van de verschillende talen. Nog te vaak wordt enkel aandacht besteed aan de schooltaal van deze kinderen, zijnde het Nederlands, zonder rekening te houden met de thuistaal. Deze enge visie leidt vaak tot verkeerde diagnoses. Een holistische aanpak binnen diagnostiek is dan ook een noodzaak. We reiken een referentiekader aan waarbinnen meertalige kinderen grondig onderzocht kunnen worden. Het belang van het a...

After a brief introduction with four main questions related to identifying gifted and talented students, this article centres on the following topics: (1) multidimensional conceptions of giftedness as preconditions of suitable identification procedures, (2) functions and benefits vs. dangers of identification measures, (3) methodological problems and (4) practical recommendations for the identification of various groups of gifted and talented students.